- De TU Delft en de FIOD gaan in ieder geval twee jaar samenwerken op het gebied van cybercrime.
- Studenten gaan geen opsporing doen en het onderzoek blijft onafhankelijk.
- De FIOD gaat nu vooral achter specifieke gevallen aan, studenten hebben de ruimte en de tijd om de bredere ontwikkelingen in kaart te brengen.
Studenten van de TU Delft voor de fiscale opsporingsdienst FIOD onderzoeken wat de structurele ontwikkelingen op het gebied van cybercriminaliteit zijn. De FIOD zelf zit nog vooral achter individuele gevallen of organisaties aan.
Eén zo’n groter thema waar een student van de universiteit al mee aan de slag ging is het vermogen dat handelaren op het darkweb verdienen. Dat is het gedeelte van het internet dat zich buiten de gebaande paden van het ‘reguliere’ internet bevindt.
Dagblad Trouw schrijft dat de TU-student erachter kwam dat de omzet van handelaren stelselmatig wordt onderschat.
Terry Hartsinck van de FIOD en Rolf van Wegberg van de Technische Universiteit melden aan Trouw dat er een overeenkomst voor twee jaar is getekend.
TU-studenten gaan geen opsporing doen
Hartsinck is bij de FIOD leider van het Financial Advanced Cyber Team. "Het is de bedoeling dat de studenten de tijd hebben om dieper op de materie in te gaan", stelt hij. "Zodat we beter weten wat de structurele ontwikkelingen zijn en hoe criminelen technieken misbruiken."
Volgens Van Wegberg, die vanuit de universiteit het project met de FIOD leidt, komt de onafhankelijkheid van het wetenschappelijke onderzoek niet in gevaar door de samenwerking. "De studenten werken niet mee aan opsporingsonderzoeken. Ze doen onderzoek volgens wetenschappelijke methoden, waar de FIOD toevallig ook wat aan heeft. Zo snijdt het mes aan twee kanten." Van Wegberg benadrukt dan ook dat het voor hen van belang is dat het onderzoek leidt tot publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift.
Volgens een onderzoek van beveiligingsbedrijf NortonLifeLock is ruim een op de vier Nederlanders vorig jaar slachtoffer geworden van een vorm van cybercrime. Nederlanders maken zich ook meer dan ooit zorgen over hun online privacy.
Zij vrezen onder andere dat hun gevoelige, persoonlijke gegevens zonder toestemming worden doorverkocht aan derden. Of dat hun informatie na een datalek misbruikt wordt door cybercriminelen.